Mevrouw Aarsschaafsel is jarig en nu definitief over de uiterste verkoopdatum heen. Haar verjaardag wil ze dan ook op gepaste wijze vieren…
Dan komt haar beste vriendin mevrouw Korrelfotze binnen, die al sprintend door de achterstandswijk de afgetakelde en dichtgetimmerde woning van haar vriendin heeft bereikt. De twee vriendinnen – als laatste cultuurdragers van de wijk – zetten zich aan de advocaat in een gesprek dat druipt van de wederzijdse zelfbevestiging.
Ter verhoging van de feestvreugde komen ook meneer Kleefkraag en zijn nieuwe vriendin – de aan de grens van Europa door truckers sufgenaaide snol uit het Oostblok – op het verjaardagsfeest.
Kleefkraag is een opportunistische pooier die beide dames ooit als relatie heeft gehad. Gedrieën halen ze herinneringen op uit de tijd dat de wijk nog schoon, overzichtelijk en blank was.
Om de verjaardag feestelijk af te ronden bellen ze de stamppotkoerier om oer-Hollandse kost te bezorgen. Gesterkt in hun liefde voor elkaar en voor hun vaderland, maken zij zich op om het laatste bruggenhoofd van de Westerse beschaving te verdedigen en zo nodig te sterven.